Veldproeven van maisteelt op veen zonder glyfosaat, met minder chemie tijdens de teelt en met ondiepe grondbewerking.
In de Veenweidevisie en het Veenweideprogramma 2021-2030 is bij het onderdeel maisteelt de vraag op welke manier melkveehouders hun eigen mais kunnen blijven telen, zonder dat de veenbodem door jaarlijkse grondbewerkingen extra wordt belast. Dat gebeurt langs twee lijnen:
- Maisteelt met ondiepe grondbewerking of niet-kerende grondbewerking, zie de pagina Maisteelt met ondiepe grondbewerking.
- Maisteelt zonder gebruik te maken van glyfosaat en met minder gebruik van bestrijdingsmiddelen tijdens de teelt, met oog voor een versterking van de biodiversiteit. In het kort: verduurzamen maisteelt.
Wat is de vraag?
De druk en concurrentie van gras en kruiden bij maisteelt op veenweidebodems is groter dan op zand of kleibodems. Daarnaast voegt ploegen zuurstof toe aan de bodem, waardoor de oxidatie van koolstof in de bodem wordt versterkt en zo deels ook de oxidatie van fossiel veen. Melkveehouders in het Friese veenweidegebied willen wel de mogelijkheid houden om mais te kunnen blijven telen voor eigen ruwvoerproductie.
Mais in het ruwvoer voorziet melkvee van energie om het eiwithoudend gras beter te kunnen verteren, wat onder andere ook leidt tot minder methaanuitstoot bij de koeien. Methaan is een sterk broeikasgas. Een betere vertering van het eiwithoudende gras levert dus bij aan verminderde opwarming van het klimaat.
Om die reden zoeken melkveehouders samen met Veenweide Fryslân naar manieren waarop de teelt van mais in veenweidegebieden nog wel kan. Dit terwijl diepere grondbewerkingen, zoals ploegen, niet meer aan de orde zijn. Tegelijkertijd wordt zo mogelijk ook aan andere uitdagingen gewerkt, zoals de biodiversiteit, eigen energie- en eiwitteelt, circulaire landbouw.
Wat is de zoektocht?
Als je in veenweide ondiepe grondbewerking toepast voor de teelt van onder andere mais, kan zoiets alleen slagen als de grassen en kruiden voldoende worden ‘teruggezet’ zodat de maiskorrel erin slaagt te kiemen en door te groeien. Normaliter groeien de aanwezige grassen en kruiden vele malen sneller dan het kiemplantje en onttrekken ze ook veel vocht in de bovengrond. Oftewel: de concurrentie voor het maiskiemplantje is ‘moordend’.
LTO Noord 2022-2024: Praktijknetwerk Duurzame Maisteelt Veenweide Fryslân
In dit driejarige project werkte LTO Noord samen met vier loonbedrijven en vier melkveehouders. Samen voerden zij praktijkproeven uit om de maisteelt op veenweide duurzamer te maken. In de proeven werd gebruik gemaakt van eerdere ervaringen en adviezen van DLV Advies en Delphi (zie hieronder). In het project vonden de proeven bij de boeren zelf plaats. Zo konden melkveehouders en loonwerkers hun eigen ideeën inbrengen. Deze samenwerking gebeurde in een zogenaamd praktijknetwerk. Door op deze manier te werken, sluiten de proeven beter aan op de dagelijkse praktijk van agrariërs. Dit maakt het makkelijker om de resultaten straks beter te gebruiken in de landbouw.
Flexibele aanpak
Het project werkte met een flexibele planning. Hierdoor konden deelnemers snel bijsturen als dat nodig was, bijvoorbeeld na één teeltjaar of zelfs halverwege.
Tegelijk werd duidelijk dat veranderingen tijd kosten. Het uitvoeren van veldproeven en het vinden van bruikbare oplossingen vraagt geduld. Dit is pas het tweede project op dit gebied, en de gewenste vernieuwingen in de maisteelt staan nog in de kinderschoenen.
Waaruit bestonden de proeven?
Er werd geëxperimenteerd met verschillende manieren om duurzamer mais te telen op veengrond. Denk aan:
- Ondiepe of niet-kerende grondbewerking;
- Combinaties van mais met andere gewassen, zoals eiwitrijke planten;
- Andere zaadkeuzes;
- Mechanische bewerkingen van het land;
- Variatie in de toepassing van al deze technieken.
Verschillende bedrijven, verschillende keuzes
Elke melkveehouder koos maatregelen die pasten bij het eigen bedrijf. Sommige maatregelen werden op alle vier de melkveebedrijven getest. De melkveebedrijven liggen verspreid over het Friese veenweidegebied met verschillen in de bodem (veen met of zonder (dikker) kleidek). Ook de vier loonbedrijven brachten hun eigen kennis mee over maisteelt op veengrond.
De veldproeven liepen van 2022 tot en met 2024. In 2025 zijn de resultaten gepresenteerd. Tijdens de projectjaren werden er regelmatig velddemonstraties gehouden voor geïnteresseerden, en ook waren er winterbijeenkomsten.
Rapporten
Eindrapportage Duurzame snijmaisteelt in het Friese Veenweidegebied 2022-2024 (LTO Noord) >
Bijlage: Rapportage Monitoring biodiversiteit (Agreco) >
Verduurzaming maisteelt 2019-2020 DLV Advies, Delphi
In de jaren 2019-2020 heeft DLV Advies samen met Delphi het eerste project 'Verduurzaming maisteelt op veenweide in Fryslân' getrokken. De eerste stappen zijn gezet in mais telen zonder glyfosaat, met NKG en met minder chemische middelen tijdens de teelt op veenweidebodem. De uitgebreide veldexperimenten vonden het eerste jaar plaats op twee locaties (Aldeboarn en Oldetrijne), het tweede jaar vonden alle experimenten plaats op 1 locatie (Aldeboarn). 2019 en 2020 waren daarbij voor de landbouw zonder meer moeilijke jaren met enorme droogte en zelfs ongekende warmtedagen.
Bij de experimenten van DLV Advies en Delphi ging het om beproevingen van allerlei aspecten en varianten van de teelt: van (biologisch afbreekbare) middelen die elders vrijkwamen bij waterwinning, mechanische diversiteit aan bewerkingen, gecombineerde teelten voor onkruidonderdrukking tot direct inzaaien in grasland.
Resultaten
Meerdere experimenten en maatregelen leverden geen goede resultaten, ook dat zijn in ontwikkeltrajecten punten waar we graag van leren. Enkele maatregelen openden hele nieuwe, onverwachte effecten en perspectieven, zoals de betekenis voor de insectenwereld van een bloeiend gewas tussen de mais zoals slabonen. Alles bij elkaar is de conclusie dat er zeker maisteelt zonder glyfosaat op veenweide mogelijk is met minimale grondbewerking. Ook kan dat op termijn financieel vermoedelijk prima uit. Wel moeten de positieve bevindingen van nu verder uitgewerkt, beproefd en verfijnd worden. Aansluiten bij de praktijk en uitrolbaarheid zijn verder uit te werken en te verkennen voorwaarden voor een succes later. Dit in de wetenschap dat 1 maatregel niet voor alle uitdagingen altijd de oplossing biedt en dat alles meer of minder maatwerk is, naast dat de weers-afhankelijkheid en locatie-specifieke aspecten een belangrijke rol spelen in het succes.
De kennis, expertise en praktische ervaringen van DLV Advies en Delphi, evenals de wil om tot nieuwe gezichtspunten te komen, maakten deze veldexperimenten zeer waardevol. Ze vormen het vertrekpunt voor het vervolgtraject van LTO Noord en het Praktijknetwerk Duurzame Maisteelt op Veenweide. In deze proeven hebben we gezamenlijk rijkelijk ervaringen opgedaan en nieuwe inzichten gekregen qua (on)mogelijkheden en perspectief van maisteelt op veenweide.
De rapportage en filmpjes van de resultaten van deze experimenten over 2019 en 2020 treft u hieronder aan.
Informatievideo's
Verduurzamen maisteelt op veen, hoe dan?
Vanggewas via gelijkzaai ter bevordering van de draagkracht van de bodem
Onderzaai (vanggewas) ter bevordering van de draagkracht van de bodem
Verduurzamen van de maisteelt met mulchen
De inzet van een striptillmachine voor het inbrengen van drijfmest in de rij
Zaaisystemen en niet kerende grondbewerking in duurzame maisteelt
Downloads