Flauw talud van de kade, geen teensloot
Door de bodemdaling vormen de eilanden lager gelegen ‘soepborden’ in het landschap. Het is karakteristiek dat men vanaf de boezem over de eilanden heen kijkt en vanuit de eilanden het boezemwater ziet. Daarom behoudt de kade bij versterking een flauw talud en wordt geen teensloot aangelegd, om zo de geleidelijke overgang van land naar buitenwater te bewaren.