Klei inspoelen
Door het inspoelen van klei met een hoog lutumgehalte (gronddeeltjes kleiner dan 2 μm) vormen er in pure veengronden klei-humuscomplexen met de organische stof van veen. Hierdoor zou de organische stof van veen langer vastgehouden kunnen worden. En daardoor zal het veen mogelijk minder snel oxideren, wat ook de bodemdaling kan vertragen. In riviergebieden in het Westen van Nederland werd waargenomen dat pure veengrond, waar jaarlijks rivierwater overheen stroomde, hoger bleef dan pure veengrond waar dat niet gebeurde.
Onderzoek laboratorium
In 2019 is provincie Fryslân aangehaakt voor wat betreft het onderzoek in het laboratorium. Het betreft onderzoek aan CO2-emissies van Fries veen (hoog percentage organische stof, laag gehalte lutum) en Friese klei (hoog percentage lutum, laag percentage organische stof). Daarbij is zeeklei gebruikt, zoals die in Fryslân voorkomt. Verder zijn er twee soorten pure veen gebruikt, namelijk veen uit Gersloot en veen uit Oldelamer. Uit eerdere tussenrapportages vanuit het Westelijk veengebied en het gebied in Fryslân blijkt dat de Friese klei al snel ging werken. Er was relatief snel invloed van de klei op de CO2-emissies zichtbaar, er werd een vermindering van CO2-emissies gemeten. Dit onderzoek liep tot eind 2020.
Veldproef Delfstrahuizen
De Veldproef van 7 augustus 2020 in Delfstrahuizen stond in het teken van ervaringen opdoen, op praktische schaal. Twee agrariërs, maatschap Holtrop en maatschap Boon, namen hieraan deel met ieder een perceel van ongeveer 6 hectaren. De beide percelen van elk zo’n 6 hectaren zijn voor deze veldproef in tweeën gedeeld. Over de ene helft werd 600 m3 klei verspreid met een ruwe mestverspreider. Op de andere helft van de percelen werd niets toegepast. Op kortere en langere termijn worden bodemprocessen gevolgd.
Meetprogramma veldproeven Delfstrahuizen
In de veldproef wordt het volgende gemeten en/of gevolgd (op beide percelen per agrariër, op korte en langere termijn):
- Het inspoelen van de klei in het veen in de tijd, samenstelling bodem bovenste laag;
- CO2-emissies;
- Bodemvocht;
- Opbouw van de bodem;
- Dikte veenlaag;
- Hoogte maaiveld
Optioneel is om te bekijken of klei van invloed is op de kwaliteit van het kuilgras. En over een wat langere termijn ook op de soorten gewassen. De invloed op de biodiversiteit zou hierin een te monitoren aspect kunnen zijn. De mestkwaliteit en diergezondheid kunnen hier nog aan worden toegevoegd.
De zaken die nu eerst op schaal van het laboratorium worden onderzocht, moeten een vervolg krijgen in veldonderzoek. Om de werking in de altijd wisselende praktijk buiten in het veld te toetsen, bij de verschillende Friese veensoorten en verschillende grondwaterpeilen. Tenslotte zou een hoogtepunt bepaald moeten worden van de toe te passen hoeveelheden klei bij bepaalde pure veengronden. Evenals de benodigde frequentie of opeenvolging van toepassing van klei, om het benodigde effect (vermindering, hoeveel minder) op de CO2-emissies te bewerkstelligen en te borgen over een bepaalde tijdsduur.
Rapport 'Klei in veen als maatregel tegen veenafbraak' (2023) >