Weerbaarder, guller en attractiever. Naar een nieuwe aanpak voor het veen in het Lage Midden van Fryslân


Auteur(s)
P. de Ruyter

Jaartal publicatie
2018


Organisatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)


Doel

Er is onderzocht hoe de aanpak van de veengebieden in het Lage Midden van Fryslân eruit ziet als de volgende twee zaken leidend zouden zijn:

  • de voorbereiding van het Friese watersysteem op de toekomst;
  • de beperking van de CO2-uitstoot door vernatting van het veen.

Het onderzoek is gedaan in het zogenaamde veenatelier, een onderdeel van Places of Hope.


Trefwoorden

Places of Hope; NOVI; ministerie; BZK; verdienmodellen; landbouw; natuur; landschap


Samenvatting

Gekeken is of de beschreven aanpak rendabele agrarische bedrijven mogelijk maakt. En of er zo meerwaarde kan ontstaan voor natuur en leefomgeving. En stel dat de condities worden aangepast aan veranderingen op de lange termijn. Maken ze dan rendabele vormen van landgebruik in het gebied mogelijk? En zo ja, hoe? 

Uit het onderzoek blijkt dat er ook op termijn nog goed te boeren valt in de betreffende veengebieden. Melkveehouderijen moeten weliswaar met minder vee toe. Dit komt door de verminderde draagkracht van de bodem en vanwege een andere voerbalans. Maar er hoeft ook minder of zelfs geen voer van buitenaf gehaald te worden. Ondanks de aanpassingen blijven de bedrijfsresultaten vergelijkbaar met het huidige niveau. Dat laten berekeningen zien. Wel zijn er, tussen nu en de lange termijn, aanpassingen nodig die investeringen vragen. Het veenatelier stelt voor om daar gebiedsgarantiefondsen voor in het leven te roepen. Deze fondsen kunnen worden aangevuld vanuit de ‘opbrengsten’ van de lagere CO2-uitstoot.

Link(s)

Rapport 'Weerbaarder, guller en attractiever' >