Foto van deels gemaaid weiland in Idzegea

Project Integrale Bodemverbetering Feangreiden

Samen met het Louis Bolk Instituut deden zes melkveehouders uit het Friese veenweidegebied, alle zes boerend op schalterveen, onderzoek naar verschillende bodemvraagstukken.

Zes melkveehouders, verspreid over het Friese veenweidegebied, verenigden zich in 2019 rondom hun ‘bodemproblemen’. Alle zes de ondernemers boeren op schalterveen. De groep bestaat uit intensieve, minder-intensieve en biologische melkveehouders. Aan Veenweide Fryslân vroegen deze melkveehouders om met hen mee te denken. Over wat zich bij hen in de veenbodem afspeelt en, waar nodig, over mogelijke oplossingen. Dit leidde tot het project ‘Integrale bodemverbetering Feangreide’.

Het Louis Bolk Instituut werd benaderd om samen met de zes deelnemers oplossingen of oplossingsrichtingen te vinden voor verschillende bodemvraagstukken. Deze vraagstukken gingen over de volgende onderwerpen:

Monitoren grasproductie
In kleine maaiplots op verschillende percelen op de zes deelnemende melkveebedrijven is de grasproductie in relatie tot bodem en zode gemonitord. 

Tegengaan van de waterafstotendheid van veenbodems (hydrofobie)
Bij het verschijnsel hydrofobie is een veenbodem zodanig uitgedroogd, dat deze waterafstotend wordt. De bodem blijft kurkdroog, ondanks neerslag. Verstoffing en muizenplagen zijn het gevolg. Alleen bij hele natte winters wordt de bodem weer vochtig. De mate van hydrofobie van 12 percelen bij de zes deelnemende melkveehouders is onderzocht in een laboratoriumstudie.

Hoe beter te boeren op schalterveen
Fryslân kent ongeveer 5000 tot 8000 hectare schalterveen. Dit type veen bestaat uit een pakket van laagjes fossiel veenmosveen dat nauwelijks vocht (regen, grondwater) en plantenwortels doorlaat. De schalterlaag bevindt zich op 40 tot 80 cm beneden maaiveld. De schalterlaag ligt meestal onder een dunne kleilaag. Onder het schalterveen bevindt zich weer een (dikkere) laag andersoortig fossiel veen. De bodem blijft te droog of te nat om er goed te kunnen boeren. Er zijn drie manieren onderzocht die mogelijk bij kunnen dragen aan het doorbreken van de schalterlaag: pendelaars (wormen); het boren van gaten; kruiden met penwortel (bv cichorei).

Mestsoorten en mestaanwending
Welke wijze van bemesting geeft de minste kans op uitdroging en scheurvorming van de bodem? En welke mestsoorten hebben een positieve invloed op bodemkwaliteit, vochthuishouding, bodemleven en fosfaatopname? Op verschillende praktijkpercelen zijn veldproeven uitgevoerd met betrekking tot mestaanwending. De resultaten hiervan zijn na te lezen in het rapport ‘Eindrapportage Integrale bodemverbetering Feangreide: Activiteitenverslag’. Dit rapport is te vinden onder het kopje ‘Downloads’ onderaan deze pagina. Het onderzoek naar mestsoorten loopt sinds 2021 op een praktijkperceel in Koufurderrige. De effecten hiervan zijn op langere termijn te verwachten (waarschijnlijk circa 2025).

Fosfaatbenutting
In veenweidebodems is in de bovenste 5 centimeter het meeste fosfaat aanwezig. Doordat het fosfaat daarin meestal gefixeerd is (vastligt), komt deze vrijwel niet beschikbaar voor de grasproductie. Daarom is aanvullende fosfaat (in de vorm van kunstmest) nodig voor een betere grasopbrengst. Onderzocht is hoe het al in de bodem aanwezige fosfaat beter beschikbaar kan komen voor grasland.

Productief kruidenrijk grasland
Productief kruidenrijk grasland is een veelbelovend alternatief voor reguliere productiegraslanden. Met de juiste kruiden kan met minder bemesting toch een hoge opbrengst behaald worden met een goede voederwaarde. Bovendien zijn kruiden gunstig voor biodiversiteit en koegezondheid. Ook kunnen ze mogelijk een rol spelen in de sponswerking van de bodem. Om dit in de praktijk te onderzoeken, is een demo over het doorzaaien van kruidenrijk grasland ingezet.


Resultaten
Het project ‘Integrale bodemverbetering Feangreide’ liep van 2020-2022. Voor sommige onderzoeken was deze periode te kort om voldoende inzichten op te kunnen leveren. Zij hebben een vervolgtraject gekregen (periode 2023-2025). Het gaat hierbij om drie vervolgonderzoeken: mestsoorten, gatenproef (schalterveen) en hydrofobie. 

De beschikbare resultaten zijn vastgelegd in een aantal rapporten en factsheets. U vindt ze hieronder, samen met een aantal artikelen. Het getal tussen haakjes komt steeds overeen met de codering in het rapport 'Eindrapportage Integrale bodemverbetering Feangreiden: Activiteitenverslag'.

Rapporten


Rapport 'Eindrapportage Integrale bodemverbetering Feangreiden: Activiteitenverslag' >

Rapport 'Hydrofobie op veengrond: oorzaken en maatregelen' (3.1) > 

Rapport 'Het effect van drijfmestaanwending met zodenbemester en sleepvoet op bodemvocht, scheurvorming, regenwormen en grasopbrengst op klei-op-veen' (4.4.1) >

Rapport 'Het effect van zodenbemesting en bovengrondse drijfmestaanwending op scheurvorming en uitdroging van de bodem op klei, veen en zand' (4.4.2) >

 

Factsheets

Variatie in grasproductie (2.3) >

Waterafstotende veengronden (4.2.2) >

Zodenbemesting in het veenweidegebied (4.4.4) >

Kruidenrijk grasland in het veenweidegebied in Fryslân (4.6.1) >

 

Artikelen

Bevloeiing van veenweidegrasland (2.2/4.5.1) >

Waterafstotende veengronden (3.2) >

Doorbreken pendelende regenwormen schalterveen? (4.3.1) >

Effect van mestaanwendingstechniek op scheurvorming, regenwormen en grasproductie (4.4.3) >

 

Nieuwsberichten

Nieuwe Oogst 09/04/2021 - Boer kan waterafstotendheid van veen voorkomen (3.3) >

Veldpost 08/04/2021 - Problemen met waterafstotend veen voorspelbaar en voorkombaar (3.3) >

H2O 08/04/2021 - Onderzoekers zien oplossingen voor hydrofobe Friese veengronden (3.3) >

Nieuwe Oogst 09/12/2020 - Gaten in wei voor betere wateraf- en toevoer  (4.3.3) >

Nieuwe Oogst 03/11/2021 - Schalterveen blijkt worsteling voor Friese veenweideboeren (4.3.4) >

Nieuwe Oogst 16/09/2022 - Melkveehouder: 'Zodebemesten op klei op veen? Moord voor je grond' (4.4.5) >