Proef met lisdodden op de Friese veenweide: eerste oogst van het veld


26 maart 2025

In het Friese veenweidegebied vormen bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen een grote uitdaging. Hogere grond- en slootwaterpeilen gaan beide gevolgen van veenafbraak tegen. Maar deze maatregel heeft wel gevolgen voor agrarische bedrijven. Het Friese Veenweideprogramma wil de landbouw in veenweidegebied een duurzaam toekomstperspectief bieden. Daarvoor wordt er onder andere gekeken naar natte teelten.

 

Nieuwe verdienmodellen zijn ook een speerpunt voor het Nationaal Groeifonds. In 2023 kende het kabinet vanuit dit fonds subsidie toe aan NL2120. In dit samenwerkingsverband bundelen meerdere Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden (waaronder de provincie Fryslân via haar Veenweideprogramma) hun middelen en expertise rondom Nature-based Solutions. Een Engelstalig begrip dat staat voor: samenwerken met de natuur, als oplossing voor maatschappelijke opgaven.

 

Een van de NL2120-pilots is een praktijkproef met lisdoddenteelt. Deze vindt plaats in veenweidepolder de Hegewarren, een van de Ontwikkelgebieden uit het Friese Veenweideprogramma. De pilot onderzoekt hoe voedsel- en vezelproductie mogelijk is in een nat en ecologisch gezond veenlandschap.

 

Voor de lisdoddenproef zijn in 2023 en 2024 drie hectares ingericht. De oogst van die velden wordt gebruikt voor de ontwikkeling van biobased bouwmateriaal, onder coördinatie van het Biosintrum in Oosterwolde. Daarbij bleek inzaaien van het proefveld effectiever en goedkoper te zijn dan het aanplanten van stekken. “De lisdodden die vorig jaar in juni zijn gezaaid, zijn hard gegroeid. Half september stond op veel plekken een gewas van maar liefst twee meter hoog. Toch zijn er ook heel wat plekken die nog dicht moeten groeien.”, vertelt Jasper van Belle. Hij is namens Feangreide Fryslân projectleider/ontwikkelaar van het NL2120 veen-waterbedrijf in de Hegewarren. Ook bleken de lisdodden in de smaak te vallen bij ganzen, die de eerste aanplant in 2023 opvraten. Door schapennetten om de velden te zetten en er witte linten overheen te spannen, werd de meeste schade door ganzen voorkomen.

 

Op 13 januari zijn de eerste lisdodden geoogst, in samenwerking met het Biosintrum Oosterwolde. Een mooi resultaat, vindt Van Belle, aangezien in de meeste pilots de oogst pas na het tweede jaar plaatsvindt. De opbrengst bedroeg een kleine 5000 kilo versgewicht; genoeg om te kunnen oefenen met de volgende stappen. Een hele belangrijke vervolgstap is het drogen van de oogst. Van Belle: “Lisdodde moet na de oogst snel gedroogd worden om te voorkomen dat het gaat broeien. Daarvoor hebben we rond kerst een droogstraat ingericht. Een industriële pelletheater verwarmt lucht, die we vervolgens onderin de droogcontainer blazen. Zo kan de lisdodde voor kortere tijd worden bewaard. Door de temperatuur van de heater gaandeweg op te voeren, worden schimmels en bacteriën gedood door pasteurisatie, is de gedachte. De oogst zou zo langer te bewaren moeten zijn.”

 

Met de ervaring van een eerste teeltcyclus op zak, werkt NL2120 in 2025 toe naar opschaling van de pilot in de vorm van grotere velden. Ook worden er samen met ketenpartners stappen gezet in de verwerking van lisdodde tot bouwmateriaal.

 

Meer informatie over NL2120 is te vinden op de website.

Klik hier voor de website van NL2120