Veenweideprogramma 2021-2030: waar staan we nu?
In mei van dit jaar werd het Friese Veenweideprogramma 'Foarút mei de Fryske Feangreiden' vastgesteld. Sindsdien hebben we niet stil gezeten. Een kort vraaggesprek met programmamanager Arthur Cremers over de huidige stand van zaken.
Als programmamanager ben je volop bezig met de uitvoering van het Veenweideprogramma '21-'30. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen afgelopen maanden?
Sinds het vaststellen van het Veenweideprogramma '21-'30 komt de focus steeds meer op de uitvoering in de gebieden te liggen. We hebben inmiddels projectleiders in alle gebieden en ook meer houvast over hoe we het gezamenlijk willen oppakken. De bedoeling is dat gebieden aan de slag gaan met een gebiedsplan waarin boeren, inwoners en bestuurders zich allen kunnen herkennen. Hier komt nog behoorlijk wat bij kijken. Je wilt in een plan graag alle opgaven die in een gebied spelen, meenemen. Zodat het gebied niet over vijf jaar opnieuw aan de slag moet. Dan gaat het niet alleen over CO2 en bodemdaling. Maar kijk je bijvoorbeeld ook naar stikstof en weidevogels.
Je bent ook actief op het landelijke niveau. Kun je ons vertellen wat daar allemaal speelt?
Fryslân is best ver in de aanpak van het landelijk gebied in Veenweide. Wij hebben alle partijen in de regio op een lijn, via ons Samenwerkingsplan. Daarnaast speelt er al heel veel in de kansrijke gebieden.
Nationaal gezien zijn er nu twee belangrijke ontwikkelingen. Allereerst krijgen we steeds meer duidelijkheid over de landelijke rekenregels. Tot dusver kon iedere provincie zelf metingen van CO2 doen. Het komend jaar wordt dat landelijk vastgesteld. Verder is natuurlijk de komst van het nieuwe kabinet van belang. De doelstellingen voor uitstoot in het landelijk gebied voor stikstof en CO2 worden aangescherpt en er komt 25 miljard euro beschikbaar voor de ontwikkeling van het landelijk gebied. Wij zullen als regio - nog meer dan nu - integraal de problemen op het platteland aan moeten pakken.
Daarnaast hebben wij als Fryslân meegedaan aan een aanvraag voor het landelijke Groeifonds voor Veenweide en staan we klaar om aan de slag te gaan.
Tot slot: een kleine blik vooruit naar de komende maanden?
De afspraken over hoe we omgaan met grond worden belangrijk. Wij beseffen binnen de programma-organisatie dat veranderingen de komende jaren ingrijpend kunnen zijn voor boeren en grondeigenaren. De vraag is: hoe kunnen wij met belanghebbenden afspraken maken over grond, inkomen en vermogen? Dit noemen we ook wel het flankerend beleid. Wij hebben de afgelopen maanden nauw opgetrokken met een klankbordgroep over dit vraagstuk in Aldeboarn-De Deelen en daar leren we veel van. De komende maanden wordt het flankerend beleid voor het hele veenweidegebied in Fryslân uitgewerkt naar concrete afspraken.
|